7. Probleemanalyse
Signaleren van problemen, herkennen van belangrijke informatie, verbanden leggen tussen gegevens. Opsporen van succes- en faalfactoren.
Niveau 1:
· Student maakt duidelijk onderscheid tussen hoofd en bijzaken.
· Student verzamelt, naar aanleiding van een verkregen opdracht, informatie over de achtergronden en de oorzaken van een probleem voordat hij een besluit neemt.
· Student zoekt bij het verzamelen van informatie eerst naar de grote lijnen.
· Student maakt een helder geformuleerde probleemdefinitie.
· Student is in staat de voor- en nadelen van de verschillende oplossingen te benoemen op basis van de verkregen informatie.